Was je voeten elke dag met koud of lauw water en een milde zeep. Zorg er voor dat je de zeep achteraf goed afspoelt. Het is goed om je voeten ook eens te wassen met een antibacteriële zeep of stop je voeten in een badje met water en azijn.
Droog je voeten na het wassen steeds goed af. Ook tussen de tenen. Eventueel kun je wat talkpoeder aanbrengen of je voeten inwrijven met een verzorgende voetcreme.

Draag elke dag een paar schone wollen of katoenen sokken. Sokken gemaakt van dit materiaal kunnen het overtollige vocht absorberen. Synthetische sokken nemen transpiratievocht minder goed op. Ook na het sporten trek je best je schoenen en sokken zo snel mogelijk uit en spoel je voeten met koud water.

Kies voor schoenen die je voeten laten ‘ademen’ zoals sandalen, linnen of lederen schoenen. Vermijd in ieder geval rubber en nylon. Ook sportschoenen draag je beter niet te lang achter elkaar. Als het enigszins kan, wissel je het best regelmatig  van schoeisel zodat ze goed kunnen uitdrogen. Het is verstandig om je schoenen uit te doen zodra je thuiskomt.

Loop niet met blote voeten op vochtige vloeren zoals in zwembaden, kleedkamers of gemeenschappelijke douches. Het best draag je een paar persoonlijke badslippers.

Blaren onderop de voet ontstaan meestal door wrijving tussen voet en schoeisel of tussen de tenen. Een rode, branderige huid is de voorbode van een blaar. Als de bovenlagen van de huid loslaten of scheuren, ontstaat er een zakje dat zich snel met vloeistof vult.

Niets doen is in principe de beste behandeling. Door de blaar dicht te laten kan die bovendien niet vuil worden of besmet raken door contact met aarde of stof. Eventueel kun je de blaar tijdelijk afschermen met een pleister.

Uitzondering zijn blaren die pijn doen en grote blaren op drukplaatsen, zoals op de voetzolen. Die doorprik je beter om te voorkomen dat ze openscheuren en eventueel gaan infecteren. Let op dat je een schone naald gebruikt!

Door onaangepast schoeisel te dragen, door overgewicht, het doorzakken van de voorvoet, een teen- of voetafwijking of de aftakeling van het bloedvatensysteem ontstaan er wrijvingen op de voet. Deze wrijvingen kunnen eelt veroorzaken.

Eelt ontstaat meestal onder de bal van de voet en op de hiel. Deze plekken krijgen de grootste druk te verwerken tijdens  het staan en lopen.

Eelt kan pijnlijk worden wanneer je je schoenen aantrekt. Bovendien is eelt erg droge huid waardoor er barsten en kloven kunnen ontstaan. Deze zijn erg pijnlijk en kunnen bloeden en zelfs ontsteken. 

Door aanhoudende druk op het eelt kan het eelt als een omgekeerde piramide naar binnen groeien waardoor er een likdoorn ontstaat. Dit veroorzaakt een scherpe pijn. Ga hier niet zelf mee aan de slag, ik kan u hiermee vakkundig helpen. moet u toch nog even wachten dan kunt u de pijn ontlasten door gebruik te maken van Medilana antidrukwol. 

heb je een kloof die erg pijnlijk is en kun je niet direct bij mij terecht? gebruik dan sudocreme!

smeer de kloof dicht met de sudocreme, de huid trekt snel naar elkaar toe wat de pijn doet verminderen.

een teennagel kan na stoten blauw verkleuren, de blauwe verkleuring moet uit de nagel groeien, dit duurt een lange tijd.

soms laat een nagel ook helemaal los of is hij gescheurd. knip zoveel mogelijk loszittende nageldeeltjes weg om verder inscheuren te voorkomen. plak het daarna even af met een pleister. Als het cosmetisch of om pijnklachten nodig is kunnen wij met een speciale gel een nagel vormen zodat het nagelbed wordt beschermd

Ontstoken teennagels komen veel voor en zijn erg pijnlijk!

allereerst, geef je teen de ruimte, trek niet hele smalle schoenen aan. spoel 3x daags met lauwwarm water over de teen die ontstoken is, zo houd je de huid schoon en evt wondvocht kan zo wegvloeien. daarna een pleister met honingzalf aanbrengen. herhaal dit 3/4 dagen.

Is de ontsteking minder/weg dan kunnen we kijken of we ruimte bij de nagelpunt kunnen maken. een behandeling om het ingroeien tegen te gaan kan soms nodig zijn.

Let op, is de pijn erg hevig en de teen dusdanig ontstoken dat u geen schoenen kunt dragen, neemt u dan altijd contact op met uw huisarts!